Met een AOV (arbeidsongeschiktheidsverzekering) heb je recht op een uitkering als je arbeidsongeschikt bent. Maar wanneer ben je nu precies arbeidsongeschikt? Ben je dat als je écht niets meer kunt? En moet het altijd fysiek zijn? Op deze pagina lees je alles over wanneer je arbeidsongeschikt bent en wie dat bepaalt.
Je bent arbeidsongeschikt als je door een medische en objectief vast te stellen oorzaak tenminste 25% van je werk niet meer kunt doen. Dat is de maatstaf die we bij De Amersfoortse hanteren. Deze vuistregel gebruiken de meeste andere arbeidsongeschiktheidsverzekeraars ook. Een medische oorzaak kan bijvoorbeeld komen door:
Er wordt altijd gekeken naar het arbeidsongeschiktheidscriterium beroepsarbeidsongeschiktheid. Dat betekent dat er gekeken wordt in hoeverre je nog in staat bent om de werkzaamheden uit te voeren die horen bij jouw beroep. Net zoals hierboven uitgelegd staat.
Soms kun je ook kiezen voor passende arbeid. Dan wordt er niet alleen gekeken of je de werkzaamheden kunt uitvoeren die bij jouw beroep passen, maar ook of je nog ander werk kunt doen dat bij je opleiding en werkervaring past. Je wordt dan minder snel beoordeeld als arbeidsongeschikt, omdat er dus breder wordt gekeken naar wat je nog wel kunt. Ook als je voor passende arbeid kiest, word je in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid, voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid, wel altijd beoordeeld op basis van je beroep. Je kunt voor passende arbeid kiezen als je verwacht altijd wel aan het werk te kunnen en willen blijven, ook al moet je je werkzaamheden of beroep daarvoor aanpassen. Als je daarvoor kiest betaal je minder premie.